In een afgelegen vallei stroomde een kleine beek door een landschap
van bloemen, rotsen en bomen.
De beek was smal en leek onbeduidend in vergelijking met de imposante
bergen en massieve rotsen om haar heen.
Maar deze beek had een geheim: haar waterdruppels waren onvermoeibaar
en geduldig. Op een dag viel een grote, harde steen in de beek. De
steen was trots op zijn grootte en hardheid en dacht dat de kleine
beek hem nooit zou kunnen verplaatsen.
Hij lachte om de zachte stroom van water die tegen hem aan klotste.
De beek glimlachte terug en zei: "We zullen zien,
mijn vriend. De kleinste druppel holt de hardste steen." Dag na dag,
nacht na nacht, stroomden het golvend water van de beek tegen de steen.
Het leek onbeduidend, maar ze gaven nooit op. Ze bleven stromen, geduldig
en vastberaden. De steen begon langzaam te merken dat hij niet zo
onveranderlijk was als hij dacht.
Kleine groeven en inkepingen verschenen op zijn zijkant en oppervlak.
Jaren gingen voorbij, en de beek bleef onvermoeibaar stromen. De steen,
die ooit zo trots en onwrikbaar was, begon uit te slijten en te eroderen.
Uiteindelijk, na vele jaren van geduldige inspanning, brak de steen
in kleinere stukken en werd door de beek meegenomen.
De andere rotsen in de vallei keken verbaasd toe.
Ze hadden nooit gedacht dat de kleine beek zo'n grote steen kon verpulveren.
Maar de beek glimlachte en zei: "De kleinste druppel holt de hardste
steen.
Het is niet de kracht, maar de volharding die het verschil maakt."
Zo gaf de vallei een belangrijke les aan de mens: zelfs de kleinste
inspanningen, als ze consistent en volhardend zijn, kunnen de grootste
obstakels overwinnen.
Auteursrehten voorbehouden volgens
de wet 1998581Theo.thl